Bij wijze van nieuwjaarstoost: een oud Joods volksverhaal over een feest met wijn. Of is het een christelijk verhaal, of een Chinees verhaal? Hoe dan ook: de bewoners van een dorp leveren allemaal een bijdrage aan een geschenk voor hun geliefde rabbi – een enorm houten vat, waarin iedereen een fles van de beste wijn giet. Maar als de beminde voorganger op het hoogtepunt van het feest het eerste glas tapt, blijkt er een omgekeerd wonder gebeurd: de wijn is veranderd in water. De oorzaak laat zich raden.
De oudste Nederlandse versie van het verhaal die ik kon vinden, stond op 2 december 1857 in de Java-Bode, die overigens voor de waarheid van het bericht niet wil instaan. De afloop (ik heb de spelling gemoderniseerd):
Het Pruisische dagblad, waaraan deze anekdote is ontleend, legt overigens dit wonder op de volgende wijze uit: De eerlijke geloofsgenoten van de rabbijn hadden bij zichzelf gedacht, dat een enkele fles water op een vat wijn niets af zou doen, doch ongelukkig hadden zij alle dezelfde gedachte gehad en de uitslag kennen wij.
Het verhaal verscheen, met wisselende plaatsnamen, in de negentiende en twintigste eeuw niet alleen in Nederlandse kranten. Een versie over de opperrabbijn van Dantzig, in 1873 afgedrukt in verschillende Australische kranten, opent met het vooroordeel dat ‘de nakomelingen van Abraham’ zoals bekend erg op de penning zijn en dat het verhaal over het vat wijn daar een sterk voorbeeld van is.
Maar het verhaal liet zich ook prima vertellen met andere hoofdpersonen. In 1870 situeerde het Algemeen Dagblad van Nederland het voorval wel in Pruisen, maar met een burgemeester als hoofdpersoon en boeren als niet zo gulle gevers. In andere versies gaat het om een Franse pastoor, een geliefde leraar of de directeur van de mannenzangvereniging.
Palmwijn
Het verhaal is dus niet exclusief joods, en ook geografisch is het wijdverbreid. In de catalogus van volksverhaaltypen heeft het nummer 1555, ‘Milk in the Cask’ – en het kan behalve over wijn over melk, bier en limonade gaan.
In een versie die in de twintigste eeuw door een missionaris werd opgetekend in Kameroen, brengen alle dorpelingen die naar het feest van het dorpshoofd komen een kalebas met palmwijn mee, die ze leeggieten in een grote aardewerken pot. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een gast die denkt dat hij als enige geen zin heeft om geld uit te geven en daarom water meeneemt. Alle gasten krijgen een beker uit de grote pot en zetten die tegelijkertijd aan hun lippen. Daarom, besluit het verhaal, zegt het spreekwoord: ‘Als men alleen water meeneemt naar het feest, zal men water moeten drinken.’
In een versie uit China spreken tien vrienden af om op een nacht als de maan vol is bij elkaar te komen om verhalen te vertellen en warme wijn te drinken uit een grote kom die ze alle tien zullen vullen.
Pandemie
Als ‘Chinese parabel‘ is het verhaal ook te vinden in christelijke preken van de afgelopen decennia. Het feest is de bruiloft van een arm paar, de couleur locale is cliché-Chinees (‘Toen de fluitspelers zwegen bij het rijzen van de maan, ging iedereen in stilte naar huis.’). De predikers zetten het gebrek aan solidariteit van de gasten in een christelijk perspectief door hun gedrag te contrasteren met het wonder van de bruiloft in Kana, waar Jezus water in wijn veranderde.
Natuurlijk is het verhaal over saamhorigheid en zelfzucht ook verbonden met de coronapandemie. In maart 2020, op de dag dat de eerste besmettingen werden gerapporteerd in New Mexico en mensen kort daarna de supermarkten leeghamsterden, moest een inwoner van die staat denken aan dit verhaal, dat zich kon afspelen in ‘everyone’s hometown’. Hij eindigt zijn overpeinzing, net als ik dit nieuwjaarsstukje, met de bekende woorden van de joodse wijsgeer Hillel de Oudere, die leefde rond het jaar nul:
Als ik niet voor mijzelf ben, wie is voor mij?
En als ik er alleen voor mezelf ben, wat ben ik?
En als niet nu, wanneer dan?
Off topic: https://nos.nl/artikel/2433162-opgevist-eeuwenoud-zwaard-uit-babberich-blijkt-gekocht-op-marktplaats