Nee, die krijtkrabbels naast uw deur zijn niet van inbrekers. Nee, inbrekers geven niet met geheime tekens aan dat u een breedbeeldtelevisie bezit. Ook als politieagenten zelf beweren dat dit allemaal waar is, blijft het een broodje aap. Waarom blijven ze het dan toch verspreiden? Omdat het merendeel van degenen die het doorvertellen helemaal niet geïnteresseerd is in de feiten. En nog drie andere redenen waarom broodjes aap zo taai zijn.
Het nieuwe jaar was net een week oud toen de eerste journalist belde over de geheime tekens op muren waarmee inbrekers elkaar vertellen wat er te halen valt. Een Brabantse wijkagente had zulke tekens gefotografeerd en waarschuwde: dit is dieventaal. Haal ze weg en bel de politie. Wat ze betekenden, wist ze ook niet, maar het was code voor sinistere boodschappen als: hier woont een vrouw alleen. Groningse wijkagenten hadden de waarschuwing geretweet. Gaarne mijn commentaar als folklorist.
Ik legde de journalist uit dat zwervers elkaar meer dan een eeuw geleden met dergelijke tekens wel seintjes gaven over de te verwachten gastvrijheid, maar dat alle lijstjes van ‘bargoense tekens’ onzin waren, ook al werden ze verspreid door politieagenten. Dat was in 2005 al zo, toen ik een artikel over de geschiedenis van de dieventekens schreef, en dat is nog steeds zo.
De journalist noteerde het, er kwam een mooi stuk in het Dagblad van het Noorden (Bram Hulzebos: ‘Politiefolklore blijkt hardnekkig’, 8 januari 2013) – en waarschijnlijk belt over een maand de volgende journalist. Want de waarschuwing tegen dieventekens is taaier dan een oliebol op 13 januari. Wat maakt dit verhaal – en veel andere broodjes aap – zo hardnekkig?
1. Het Twitter-effect
Als we een gerucht definiëren als ‘onofficiële, niet bevestigde informatie’, betekent meer sociale media: meer geruchten. De waarschuwing tegen inbrekerstekens is geen officieel politiebeleid. Politieopleidingen geven er geen les in, officiële politiewebsites vermelden het niet. Een woordvoerder van de politie Groningen bevestigde tegen de verslaggever dat het onzin was. Maar nu iedere wijkagent kan twitteren, spreekt de politie niet meer met één mond, maar met honderden. Ook de agente uit Brabant beschikt over een megafoon waarmee ze het hele land kan beschreeuwen. En de Tipp-ex voor Twitter moet nog worden uitgevonden: zodra je vergissing is geretweet, kun je hem niet meer terughalen.
2. Het WYBIWYS-effect
Als je erin gelooft, dan zie je ze ook: toen de politie in Eindhoven in 2005 waarschuwde tegen dieventekens, regende het meteen meldingen. Hetzelfde gebeurde in 2012 in Twente. Tientallen mensen lazen erover in de krant, en zagen onschuldige krasjes en streepjes aan voor de dievencode. Het WYBIWYS-effect, noemt mijn collega-verhalenonderzoeker Theo Meder dat: what you believe is what you see. Het klassieke voorbeeld zijn de krasjes en putjes die inwoners van Seattle in de jaren vijftig in hun autoruiten ontdekten, toen ze ervan overtuigd waren dat fallout van kernproeven zulke beschadigingen veroorzaakte. Of, dichter bij huis: tuinbezitters die het verhaal horen dat dieven knoppen van hortensia’s stelen om ze als drugs te gebruiken, verontrust hun border inspecteren en prompt bewijzen van knoppendiefstal zien.
3. Het Nixon-effect
Ontkennen werkt vaak als een boemerang. Toen hij onder vuur lag in het Watergate-schandaal, sprak de Amerikaanse president Nixon voor een televisiecamera de fameuze woorden: ‘I am not a crook.’ Dat had hij beter niet kunnen doen: het woord ‘crook’ blijft beter hangen dan het woordje ‘not’. Wanneer bedrijven negatieve geruchten over hun producten bestrijden, onthoudt een groot deel van het publiek wel dát er een verband is (bijvoorbeeld tussen hamburgers en regenwormen), maar niet wát dat verband is (nee, hamburgers worden niet van regenwormen gemaakt). Bovendien maakt alle publiciteit het verhaal bekender.
4. Het waar-rook-is-effect
Discussies over broodjes aap zoals de dieventekens zijn een ongelijke strijd, waarin degenen die het verhaal geloven het altijd kunnen winnen van de sceptici. Hoe kan dat? Op het eerste gezicht staan de sceptici het sterkst. Zij willen harde bewijzen zien (aanhoudingen, inbrekers met krijtjes op zak), en die zijn er niet. Als UFO’s bestaan, zeggen de sceptici, waarom landt er dan nooit een op het gazon van het Witte Huis? Als Maria wonderen kan doen, waarom verschijnt ze dan niet een keer aan een atheïst?
De andere partij bestaat niet uit gelovigen die te vuur en te zwaard volhouden dat ze gelijk hebben en die schermen met dezelfde soort bewijzen. Die fanatieke gelovigen zijn er, maar dat is een minderheid. De meeste mensen die waarschuwingen als die tegen inbrekerstekens doorgeven, doen dat omdat ze waar zouden kunnen zijn. Je weet maar nooit, redeneren ze: waar rook is, is vuur. Er gebeuren zo veel gekke dingen in de wereld… En bovendien: wat niet waar is, kan waar worden. Wie zegt dat dieven zich niet laten inspireren door dit broodje aap? Better safe than sorry.
Wie zo redeneert, is niet op zoek naar harde bewijzen, en zal dus niet onder de indruk zijn als anderen tegenbewijzen aanvoeren. Daardoor is dit ‘zwakke’ geloof uiteindelijk sterker dan stevig gefundeerde scepsis en worden dit soort discussies zelden beslist: de twee partijen spelen op hetzelfde veld, maar met verschillende regels. Als de debunkers denken dat ze gescoord hebben, zien de gelovigen geen doelpunt, en vice versa.
Goed verhaal, maar wat zijn die krijtkrabbels dan? Ze kunnen toch niet gewoon NIKS beteken?? Er MOET een betekenis zijn!!
Mijn indruk is dat in sommige gevallen toevallige verkleuringen of streepjes worden geïnterpreteerd als bewust gemaakte tekens. Verder staan er inderdaad op allerlei muren krijtstreepjes en andere krabbels. Wie die allemaal maakt (kinderen, krantenbezorgers, kabelleggers?) weet ik niet, maar een dievenalfabet is het niet. Toen het Sinterklaasjournaal in 2005 kinderen opriep om een cirkel of kruis naast de voordeur te krijten (betekenis: wel/geen slaapplaats voor een Zwarte Piet), werden die hier en daar aangezien voor dieventekens.
Ook de snelwegschutter die afgelopen zomer de gebroken autoruiten zou hebben veroorzaakt is nooit gevonden
Ja, dat lijkt me ook een gaaf geval van ‘wat je gelooft is wat je ziet’, net als de putjes in de autoruiten in Seattle en de gestolen hortensiaknoppen.
De belgische politie verspreidt nu ook die tekens:). Als ik hun plaatje eens goed bekijk, dan is de inbrakengolf toch zo opgelost? Je tekent het symbooltje van “gevaarlijke hond, bijtkans” “niet de moeite om in te breken” en “is al ingebroken” op je gevel en ze rijden je huisje stilletjes voorbij.
Ja, de Belgische politie is misschien nog wel fanatieker dan de Nederlandse in het verspreiden van die lijstjes met tekens. En met dezelfde zwakke argumenten. Toen ik er vorige week een Belgische agent via Facebook op wees dat die lijstjes nep waren, zei hij dat er ook sites waren die beweerden dat ze bestonden en dat het uit het oogpunt van preventie goed was om ertegen te waarschuwen: baat het niet dan schaadt het niet.