« Charlie Charlie heeft familie: Sarita Sarita, Carlos Carlos en Willy Willy
Massahysterie in Zuid-Amerika door Charlie Charlie Challenge »

Voor de duivel niet bang: kinderen en de Charlie Challenge

Christelijke schooldirecteuren verbieden kinderen om in de klas met twee potloden en papier de geest van Charlie op te roepen: ‘Door dit “spel” proberen geesten uit de duisternis jouw leven binnen te dringen.’ Anderen verbieden de Charlie Challenge omdat kinderen er nachtmerries van krijgen. Zijn die zorgen gerechtvaardigd? Niet meer of minder dan zorgen over griezelfilms, enge games en andere middelen waarmee kinderen zichzelf en de wereld uitdagen. En ook waarschuwingen voor de satan kunnen kinderen bang maken.

‘De Charlie Charlie Challenge is een mijnenveld‘, verwoordde de evangelische voorman Willem Ouweneel het orthodoxe standpunt voor de EO-radio. In de meeste gevallen bewogen de potloden door de adem van de kinderen, dacht hij, maar je zou met het ritueel ook de duivel kunnen uitnodigen. ‘Je zegt ook niet tegen je kinderen: ga voetballen in een mijnenveld.’

Anderen maakten zich minder zorgen over de ziel van de leerlingen dan over hun psyche. ‘Het ene kind vindt het leuk, het andere kind ligt er wakker van’, vertelde schooldirecteur Hans Wassink uit Putten tegen Omroep Gelderland. ‘Zo had ik pas een moeder aan de lijn, die zei dat ze ‘s nachts naast haar kind had gelegen, omdat het niet kon slapen.’

Glaasje draaien

Kinderen en adolescenten kennen verschillende praktijken om op eigen kracht, buiten de autoriteiten van kerk en volwassenen om, in contact te komen met de andere wereld. De procedures variëren van speels tot serieus, en van simpel tot uitgebreid. De Charlie Challenge is speels en simpel. Charlie is de afgelopen weken vaak vergeleken met glaasje draaien of het consulteren van een ouijabord, maar de verschillen met deze manieren om geesten op te roepen zijn minstens zo belangrijk.

Geesten oproepen door een glas of een stukje hout met een rond gat erin langs letters te laten schuiven is voor adolescenten een manier om een andere wereld uit te dagen en dan weer terug te keren naar de onze, schrijft de Amerikaanse folklorist Bill Elllis. ‘Als zich “demonen” manifesteren, is hun aanwezigheid noch onverwacht, noch onbeheersbaar’, aldus Ellis, die behalve onderzoeker van urban legends en occulte rituelen een actief lid is van de Evangelisch-Lutherse Kerk van Amerika.

Griezelen binnen grenzen

Sessies met een ouijabord hebben een vaste structuur. De deelnemers roepen een geest op en stellen zijn of haar identiteit vast. Daarna stellen ze hem op de proef met vragen waarop ze deels wel, deels niet de antwoorden kennen. De meesten stoppen daar, maar anderen gaan een dialoog aan met de geest, dagen hem uit een teken te geven van zijn bestaan en verbreken uiteindelijk het contact. Ze hebben laten zien dat ze voor de duvel niet bang zijn.

De typische deelnemers zijn adolescenten, die het bord na zonsondergang raadplegen buiten het bijzijn van volwassenen. Volgens een deel van de christenen en anderen die in boze geesten geloven, is dit levensgevaarlijk: door geesten op te roepen, zet je een poort open naar een andere dimensie. Dat is niet hoe adolescenten het zelf zien, schrijft Ellis: voor hen is het ‘een voorbijgaande toestand, die ze moeten benaderen, aanraken, en weer verlaten. Het “plezier” van activiteiten als deze berust op het vertrouwen van de deelnemers dat de reis die ze ondernemen door een alternatieve wereld die ze zelf hebben gecreëerd een vast begin heeft en een veilig einde.’

Dat wil niet zeggen dat het ook altijd goed afloopt, aldus Ellis. Het ritueel kan een confrontatie zijn met rauwe emoties en existentiële vragen die niet iedereen goed bekomen. Maar de vorm is erop gericht die krachten in bedwang te houden.

Foto: SanFranAnnie / Foter / CC BY-SA

In vergelijking met glaasje draaien is de Charlie Challenge populair bij een jongere leeftijdsgroep (bovenbouw basisschool en onderbouw middelbare school). De structuur  geeft meer houvast, het verloop is beter te voorspellen. Kinderen roepen geen onbekende geest op, maar Charlie. De antwoordmogelijkheden zijn beperkt tot ja en nee. Het spel stopt vaak al na het klaarzetten van papier en potloden, het aanroepen van de ‘geest’ (‘Charlie, Charlie, are you there?’) en de eerste beweging van de potloden.

Kinderen die verder gaan, stellen vragen over de dood en dagen Charlie uit: ‘ik heb dit al de hele dag op school gedaan….. ik vroeg…. charlie charlie are you gonna kill me….. hij deed ja maar ja…..NEP….’ Misschien liet degene die dit twitterde zich inspireren door een video van Gekke Markie en Milan Knol, twee van de Youtubers die de afgelopen weken filmpjes online zetten over de Charlie Challenge. Deze video trok in een week meer dan 248.000 kijkers.

Markie en Milan voeren het ritueel in het donker uit in een bos, bijgelicht door waxinelichtjes (‘creepy kaarsjes’). Ze vragen: ‘Will I die in a week?’ en tarten Charlie: ‘Charlie, can you kill us?’ Tot slot steken ze met een deospray als vlammenwerper het papier in brand. Die afsluiting is theatraal, maar stemt overeen met de traditie die binnen een week ontstond (zo snel gaat dat): veel kinderen ‘weten’ dat je op het eind toestemming moet vragen om te stoppen (‘Charlie can we stop?’), het papier moet verscheuren of verbranden, en de potloden doormidden moet breken of op de grond moet gooien.

Anders dan Markie en Milan, die een show opvoeren, proberen kinderen de Charlie Challenge niet in een donker bos, maar bij daglicht op school. Ze beproeven de grenzen in de veilige nabijheid van volwassen gezagsdragers. De Charlie Challenge verhoudt zich tot glaasje draaien en het ouijabord als een sprong van de duikplank tot bungeejumpen.

Geen ghostbusters, maar mythbusters

Charlie Charlie is een rage. Rages gaan voorbij, maar niet door ze te verbieden. Verboden en waarschuwende brieven aan leerlingen en ouders houden het vuurtje juist brandende. Zelden hebben zo veel christenen via alle beschikbare media verzekerd dat boze geesten bestaan als de afgelopen twee weken. Waardoor ‘de kinderen die vanwege het spel al bang zijn en in bed plassen, nu ook nog eens te horen krijgen dat ze zich op het terrein van de duivel hebben begeven’, schreef de christelijk-gereformeerde dominee Wim de Bruin uit Stolwijk op zijn blog en in het Nederlands Dagblad. ‘Echt, daar word je als kind extra bang van. Waarom niet eerst een poging ondernemen om het verschijnsel te ontmythologiseren?’

Beter dan een verbod op Charlie of een waarschuwing voor de satan lijkt mij een kringgesprek of een extra les.  Behalve begrip voor de experimenteerdrang van kinderen hebben we geen ghostbusters nodig, maar mythbusters. 

Meer over de Charlie Challenge op deze site:
Charlie Charlie heeft familie: Sarita Sarita, Carlos Carlos en Willy Willy

Massahysterie in Zuid-Ameria door Charlie Challenge

Bronnen
  • Ellis, B. (1994). Speak to the Devil: Ouija Board Rituals Among American Adolescents. Contemporary Legend 4, pp. 61-90.
  • Ellis, B. (2000). Raising the Devil. Satanism, New Religions, and the Media. Lexington: University Press of Kentucky.
  • Ellis, B. (2004). Lucifer Ascending. The Occult in Folklore and Popular Culture. Lexington: University Press of Kentucky.
  • Myrick, J.M. (1999). Belief and Custom Surrounding the Ouija Board. Dept. of Folklore, Memorial University of Newfoundland. Masterscriptie.
  • Top, S. (2008). Op verhaal komen. Moderne sagen en geruchten uit Vlaanderen. Leuven: Davidsfonds, pp. 111-135.
  • sluiten

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *