Uit de mist van de burgeroorlog in Oekraïne doemt een spook op waarvoor Russische soldaten huiveren: vrouwelijke sluipschutters uit de Baltische staten. Huurlingen die met sadistisch genoegen de vijand pas doden nadat ze hem een kogel door zijn kruis hebben gejaagd. Je kon erop wachten: geruchten over deze vrouwen duiken sinds de oorlogen in Tsjetsjenië op bij elk conflict waarbij Rusland betrokken is. Ze geven soldaten een excuus voor wreedheden jegens burgers. De moraal van een dodelijk verhaal.
Het eerste slachtoffer in een oorlog is de waarheid, ook in Oekraïne. Er gaan geruchten over vergiftigd drinkwater en pamfletten met gif eraan, en over de regering in Kiev die samen met de EU concentratiekampen bouwt voor opstandelingen. En er circuleren aan beide kanten verhalen over buitenlandse strijders: over Russische troepen die de separatisten bijstaan, en over Britse soldaten en CIA-huurlingen aan de kant van de Oekraïense regering. Op 2 mei zeiden opstandelingen in Slavyansk dat ze hun tegenstanders via de radio Engels hadden horen spreken: een bewijs voor de aanwezigheid van Amerikaanse huurlingen.
Diezelfde dag meldt de nieuwssite Voice of Russia het eerste gerucht over de gevreesde vrouwelijke scherpschutters. Verslaggever Sergei Golyadin bericht uit Slavyansk dat de bevolking dapper stand houdt tegen Kiev-getrouwe fascisten verkleed als burgers, die geholpen worden door buitenlandse strijders:
Zojuist, misschien twintig minuten geleden, beschoten pantservoertuigen een roadblock op de snelweg van Kharkov naar Rostov, waar vanochtend hevige gevechten plaatsvonden en een helikopter werd neergehaald. Ook vuurden sluipschutters op de mannen van de militia. Volgens ongeverifieerde berichten werden daar vrouwen gehoord die Baltische talen spraken. Waarschijnlijk waren er vrouwelijke sluipschutters uit de Baltische landen aanwezig. Deze informatie is echter nog niet geverifieerd.
Waarom vrouwelijke sluipschutters? En waarom uit Estland, Letland en Litouwen? Voor een verklaring moeten we terug naar de oorlog in Tsjetsjenië, en uiteindelijk naar de Tweede Wereldoorlog, in Rusland bekend als de Grote Vaderlandse Oorlog.
Nachtmerrie en natte droom
Bij de gewelddadige fragmentatie van de Sovjet-Unie na 1990 ontmoette het Russische leger de vrouwelijke sluipschutters in elke afscheidingsoorlog: in de jaren negentig in Transnistrië, Abchazië, Nagorno-Karabach en Tsjetsjenië, bij de gijzeling in de school in Beslan in 2004 en in Georgië in 2008. Hun rol in verhalen van Russische soldaten, in propaganda en in speelfilms en romans is prachtig beschreven door de Franse Ruslandspecialiste Amandine Regamey, mijn belangrijkste bron voor het volgende.
Het klinkt als iets uit een James Bond-film: blonde vrouwen in strakke witte skibroeken, of zelfs in witte panty’s, die in ruil voor dollars op Russische soldaten jagen. Eliteschutters en -skiërs die in een vorig leven biathlonkampioen waren. Ze nemen bij voorkeur officieren op de korrel en mikken op de geslachtsdelen. Elke nieuwe kill is een keep in de kolf van hun geweer – een kerfje met een nagelvijl.
Het omslag van een Russische roman uit 2003, Belye kolgotki (‘witte panty’s’, de naam waaronder deze vrouwen bekend zijn), beeldt een van hen af in een openvallend camouflagepak dat een witte bh laat zien en met een kogel naast een lipstick. Een mengsel van nachtmerrie en natte droom, met een flinke scheut Russische geschiedenis.
Sovjetheldinnen
Finse – mannelijke – sluipschutters in witte camouflagepakken en op ski’s maakten de Russen het leven zuur in de Winteroorlog van 1939-1940. Vrouwelijke scherpschutters verschenen aan het front in 1943, maar zij vochten juist aan de Russische zijde. Sommigen werden geëerd als heldinnen van de Sovjetunie, zoals Ljoedmila Pavlichenko, die 309 doden claimde.
De Russen en hun bondgenoten schilderen hun tegenstanders graag af als fascisten – opvolgers van de erfvijand uit de Grote Vaderlandse Oorlog. In dat frame is de wittepanty’sbrigade de perverse, Arische tegenhanger van de vrouwelijke sovjethelden. Zij vechten voor geld en uit haat tegen de Russen. Ze komen uit Estland, Letland en Litouwen, landen die zich in 1941 met Duitse hulp aan het Sovjetjuk hoopten te ontworstelen en zich in 1991, kort na de val van het communisme, afscheidden van de Sovjetunie. Moskou uit nog steeds intimiderende taal over de positie van de één miljoen etnische Russen in de Baltische staten, waar de Russische steun voor de Oekraïense separatisten is opgevat als een nieuw dreigement.
Wraak
Als die Baltische über-snipers zo alomtegenwoordig zijn, waarom hebben journalisten dan nooit bewijzen gevonden voor hun bestaan? Ook daar hebben de verhalen een verklaring voor: omdat Russische soldaten zo grondig wraak nemen op elke vrouwelijke sluipschutter die in hun handen valt, dat er letterlijk niets van hen overblijft. In verhalen van soldaten worden de vrouwen eerst verkracht, en dan volgepakt met explosieven van flatgebouwen of uit helikopters gegooid.
Je zou dat kunnen afdoen als een weerzinwekkende soldatenfantasie, maar Regamey laat in haar studie zien hoe deze verhalen in een oorlogsgebied waar kunnen worden. In Tsjetsjenië leden de Russen daadwerkelijk zware verliezen door sluipschutterskogels en bewogen ze zich tussen een vijandige bevolking. Regelmatig werden vrouwen gevangen genomen die een sluipschutterstraining zouden hebben gehad, wat moest blijken uit het eelt op hun rechterwijsvinger of een blauwe plek op hun rechterschouder.
Legitimatie voor wreedheid
De verhalen over verraderlijke vrouwen leren soldaten dat meedogenloos optreden tegen de bevolking een kwestie kan zijn van levensbehoud. Ze kunnen ook achteraf benut worden om wreedheden te rechtvaardigen. In 2000 martelde, verkrachtte en wurgde de Russische kolonel Joeri Boedanov de achttienjarige Tsjetsjeense Elza Koengajeva. Boedanov stond terecht, maar beweerde dat het meisje een sluipschutter was die een aantal van zijn mannen had gedood. Hoewel hoge militairen en een groot deel van de publieke opinie op zijn hand waren, werd hij in 2003 veroordeeld tot tien jaar strafkamp.
Boedanov kwam al in 2009 vervroegd vrij, maar werd twee jaar later zelf op straat in Moskou doodgeschoten met vier kogels in zijn hoofd. Volgens ooggetuigen was de dader een man met een capuchon.