Wetenschappers moeten niet werkeloos toekijken wanneer media nonsens verkopen over hun vak, vinden de Amerikaanse zeebiologen Andrew David Thaler en David Shiffman. Ze moeten zelf een mediacampagne starten om de onzin te ontzenuwen. Deze week publiceerde het duo een studie van hun eigen strijd tegen fake documentaires over zeemeerminnen en reuzenhaaien. Met een recept voor onderzoekers die hun voorbeeld willen volgen. Les één: van ivoren toren naar Twitter – leer hoe de media werken en maak daar gebruik van.
In 2012 zond Animal Planet Mermaids: The Body Found uit, een fake documentaire over zeemeerminnen, met een flinke scheut samenzweringstheorie en pseudowetenschap: the X-Files meets David Attenborough. Hoewel het moeilijk voorstelbaar is dat iemand het programma serieus nam, werden collega’s van Thaler en Shiffman lastig gevallen door kijkers die dachten dat zij in het complot zaten om het bestaan van zeemeerminnen verborgen te houden voor het grote publiek.
De zeemeerminnendocumentaire kreeg een vervolg in een uitzending over de reuzenhaai megalodon, die volgens de wetenschap al twee miljoen jaar is uitgestorven. Het bleek Jaws, maar gepresenteerd alsof het om wetenschap ging.
Koppen maken voor Google
In hun artikel ‘Fish Tales: Combating Fake Science in Popular Media’, dat ter perse is voor het wetenschappelijke tijdschrift Ocean & Coastal Management, leggen de twee biologen uit hoe ze deze en andere nepdocumentaires te lijf gingen.
- Ze publiceerden hun commentaren zo snel mogelijk: meteen na, maar liever nog kort voor of tijdens de eerste uitzending.
- Ze kozen koppen die optimaal werken in zoekmachines, zoals ‘Mermaids: the New Evidence is a fake documentary’: zo vergroot je de kans dat je weerlegging samen met het programma verschijnt op de eerste pagina met zoekresultaten van Google. Hun aanval op een haaiendocumentaire, Shark of Darkness: Wrath of Submarine, staat zelfs bovenaan in de zoekresultaten.
- Ze lieten media weten dat ze beschikbaar waren voor interviews in de dagen rond de premières van de documentaires – daarna verliezen journalisten hun belangstelling. Dus: surf mee op de mediagolf.
- Bouw een eigen publiek op met sociale media. Dat geeft je wetenschappelijke kritiek een groter bereik.
Dat kost allemaal tijd die je niet in wetenschappelijke publicaties kunt steken, geven de twee biologen toe, maar je maatschappelijke impact stijgt.
Kernramp creërt geen monstervis
Nepwetenschap bereikt de bevolking niet alleen via grote publiekstrekkers zoals de fake documentaires van Animal Planet. Ook het dagelijkse nieuws staat er vol mee.Neem het bericht over de Japanse monstervis dat kort geleden door de media spookte. Een Japanse visser zou bij de kerncentrale Fukushima een monsterlijke vis hebben gevangen. ‘Wetenschappers vermoeden dat de vis door straling zo’n merkwaardig uiterlijk kreeg,’ aldus het AD.
Welke wetenschappers dat beweerden, vermeldt het AD niet. De man die de vis ving, Hiroshi Hirasaka, die zelf marine biologie heeft gestudeerd, hoort er in ieder geval niet bij. Zijn vangst, een Beringzeewolf van 1 meter 10, lijkt groter dan hij is, doordat de fotograaf vlak bij het dier stond – op andere foto’s oogt het beest veel kleiner. Ook is het dier niet gegroeid door straling van de kernramp – die dingen gebeuren alleen in de wereld van de Hulk en Godzilla, aldus Hirasaka. Door straling worden dieren juist zwakker en kleiner, aldus Timothy Mousseau, die onderzoek deed naar dieren bij Fukushima. En ten slotte werd de zeewolf niet gevangen bij Fukushima, maar bij Hokkaido, enkele honderden kilometers naar het noorden.
Zo blijkt: er is nog genoeg wetenschappelijk zendingswerk te verrichten voor Thaler, Shiffman en hun collega-mythbusters.
Update [28 sep. 2015]: Ook Jennie Barbier checkte, voor de Volkskrant, het nieuws over de gemuteerde zeewolf. Zij sprak Rob Coppes, hoogleraar Radiologie en Nucleaire Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, die uitlegt:
De radioactieve straling die in Fukushima is vrijgekomen, is in vergelijking met de Oekraïense plaats Tsjernobyl, waar in 1986 een grote kernramp plaatsvond, veel lager. En in Tsjernobyl floreert de natuur juist als nooit tevoren, waarschijnlijk omdat er geen mensen meer wonen. Coppes: ‘Daar zijn wel wat mutaties, maar geen heel rare. Extreme mutaties kunnen wel voorkomen, maar het is de vraag of zulke dieren levensvatbaar zijn.’
Met extreem grote vissen als gevolg van een nucleair ongeluk is hij niet bekend, de kans op zo’n mutatie acht hij klein. ‘Je moet ook weten dat bij vissen sowieso geen remming in hun groei bestaat: in principe groeien ze door tot hun dood.’ Om uit te groeien tot een monster van Godzilla-proporties heeft de vis dus helemaal geen nucleaire ramp nodig: alleen een lang genoeg leven.