« Ballenbijtende vis is broodje aap
Verdachten van orgaanroof gelyncht en verbrand op Madagaskar »

Moslima’s op ‘seks-jihad’ in Syrië

Tunesische meisjes en vrouwen schenken in Syrië hun lichaam aan moslimrebellen en keren zwanger terug naar huis om nieuwe jihadstrijders te baren. Het nieuws klotst sinds maart door de media en zwol deze maand aan tot een golfje. ‘SEKSJIHAD’ joelde de voorpagina van De Telegraaf op 21 september. Tunesische politieke propaganda ontmoet westerse haremfantasieën over de Oriënt.

Volgens de Tunesische minister van Binnenlandse Zaken Lotfi ben Jeddo zijn Tunesische vrouwen naar Syrië gereisd voor een ‘seksuele jihad’. Elke vrouw gaf zichzelf weg aan twintig, dertig, ja honderd islamitische rebellen. Als ze zwanger raakten, keerden ze terug naar Tunesië om daar hun kind te baren. Het ging hier, wist De Telegraaf, om de zogenaamde jihad al-nikah, die door ‘sommige extremistische moslims gezien wordt als een legitieme vorm van een heilige oorlog.’

De seksjihad bevestigde alle vooroordelen van de Telegraafcolumnist die twee dagen later de islam beschreef als ‘een toffe religie voor mensen die weigeren te deugen. […] Moorden, roven, stelen, verkrachten, vrouwen onderdrukken en mishandelen: je kunt het desgewenst allemaal islamitisch legitimeren.’

Hoe obscure en verzonnen fatwa’s het internationale nieuws halen.

Zwart maken

Het eerste nieuws over de seksuele jihad verscheen in maart, toen de Tunesische minister van Religieuze Zaken waarschuwde voor een fatwa die meisjes aanmoedigde om op ‘seksuele jihad’ te gaan naar Syrië. De fatwa zou afkomstig zijn van de salafistische sjeik Mohamad Al Arefe, maar bewijs daarvoor ontbreekt en zijn medestanders ontkennen dat hij zoiets gezegd heeft.

NOS-correspondent Frank Renout bracht het op 17 augustus 2013 met als bron een Tunesische advocaat. Het verhaal was nu anders: Tunesische vrouwen zouden niet uit vrije wil naar Syrië afreizen als een soort heilige prostituees, maar in moskeeën geronseld worden met dwang en leugens, zoals de belofte dat ze zouden trouwen met een jihadist. De bewering kreeg steun van een video waarop de huilende ouders van de 17-jarige Tunesische Ramah vertellen dat hun dochter door salafistische vrienden was gehersenspoeld en voor de seksuele jihad naar Syrië was vertrokken.

Het verhaal werd een hype in september toen de Tunesische minister van Binnenlandse Zaken zijn uitspraak deed over vrouwen die zich door wel honderd strijders lieten gebruiken. Toen rezen echter ook de twijfels. Midden-Oostendeskundige Bertus Hendriks kwalificeerde op Radio 1 (23 sep. 2013) de seksjihad als een vermoedelijke poging van de Tunesische regering om de salafisten in eigen land zwart te maken door ouders voor te houden dat die zowel hun zoons als hun dochters naar Syrië proberen te lokken.

Nog meer gaten schiet de Amerikaanse mediawatcher Sana Saeed er in: er is geen bewijs voor een fatwa die seksjihad aanmoedigt, het is onbekend waarop de Tunesische minister zijn uitspraken baseert en een mensenrechtenactiviste en een verslaggeefster die zich bezighouden met seksueel misbruik in de Syrische burgeroorlog kunnen het verhaal niet bevestigen.

Egyptische necrofiliewet

In het verhaal over de seksjihad resoneren eeuwenoude westerse fantasieën over de Oriënt als een land van geile sjeiks en gewillige haremvrouwen. Combineer dat met interne strijd tussen rekkelijken en preciezen in islamitische landen en de westerse overtuiging dat islamitische geestelijken de ene bizarre fata na de andere uitvaardigen, en je krijgt nieuws als dat over de Egyptische necrofiliewet.

In 2011 haalde een marginale Marokkaanse prediker, Abdel-Bari Zamzami, het nieuws met de krankjorume bewering dat het huwelijk, en dus ook de huwelijkse plichten, blijft voortbestaan tot zes uur na de dood. Necrofilie bleef walgelijk, maar moest kunnen.

Niemand nam dit serieus, tot het een jaar later deel werd van de politieke strijd in Egypte. Valse beschuldigingen dat de Moslim Broederschap een wetsvoorstel had ingediend om ‘afscheidsseks’ toe te staan, haalden het wereldnieuws (zie hier voor meer debunking en politieke context). Binnenlandse propaganda wordt internationale hype: hetzelfde patroon als bij de seksjihad.

Komkommer-fatwa

Tot slot: het komkommerverbod. ‘Geen bananen meer voor moslima’s’, meldde De Telegraaf in december 2011. Een ‘hooggeplaatste’ – maar naamloze – moslimgeestelijke verbod vrouwen om wortels, bananen en komkommers aan te raken, omdat we allemaal weten waar die aan doen denken. Het was beter als moslima’s ze alleen in stukjes geserveerd kregen, bij voorkeur door hun man of vader.

Dit verbod figureert ook in een gemakzuchtig lijstje van ‘bizarre fatwa’s’ door NRC Handelsblad – met een link naar een stuk in Al Arabiya dat geduldig uitlegt dat dit een hoax is die al lang is gerectificeerd door het medium dat het nieuws brak.

Omdat berichten als die over de seksjihad en de komkommerfatwa nieuws zonder context zijn, valt het niet op dat ze elkaar tegenspreken: de ene fatwa moedigt promiscuïteit aan, de andere doet komkommers in de ban omdat die onkuise gedachten oproepen. De islam is een toffe religie voor luie journalisten: je kunt er alles over beweren, hoe tegenstrijdig ook.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *