De kromming van komkommers en bananen, de afmetingen van condooms, verplicht speelgoed voor varkens – de EU bemoeit zich met alles, zeggen tegenstanders. Welnee, zeggen de voorstanders, dat zijn allemaal broodjes aap. Er bestaan veel sterke verhalen over de manier waarop Brussel het leven van burgers bepaalt. Het sterkste is dat van de Duitser die impotent werd door het gif in eurobiljetten.
Op 2 maart 2002 – de euro was pas twee maanden oud – meldde de Daily Mail dat je er impotent van kon worden. In een bericht dat zich snel over de wereld verspreidde, vertelde de 55-jarige Duitser Wolfgang Fritz dat hij in bed niets meer presteerde sinds hij de nieuwe bankbiljetten op zak had. ‘Het begon met hoofdpijn en het werd alleen maar erger. Het zou grappig zijn als het niet zo treurig was.’ Zijn advocaat zou de Duitse staat aanklagen namens Fritz en duizenden andere Duitsers die ziek waren van de euro.
Gif in 10-eurobiljetten
Het verhaal over de ziekmakende euro begint al voor de introductie, eind 2001, als de Duitse milieuorganisatie Ökotest waarschuwt tegen gif in de 10-eurobiljetten. Om verbleken van de rode kleur tegen te gaan was daarin een ongezonde hoeveelheid TBT (tributyltine) verwerkt, een stof die invloed kon hebben op de menselijke hormoonhuishouding. Greenpeace schaart zich achter de kritiek en de activistische Duitse advocaat Hanns-Ekkehard Plöger kondigt een aanklacht aan tegen Bondsregering en Bundesbank aan. Plöger vertoonde zich aan de media met een suikertang: hij zou de biljetten niet meer met zijn vingers aanraken.
Twee dagen later meldt zich het eerste slachtoffer van de gifbiljetten.
Tote Hose
Op 1 maart 2002 maakt de Berlijnse tabloid B.Z. wereldkundig dat de 55-jarige vutter Wolfgang Fritz uit Spandau een probleem heeft: ‘Tote Hose im Bett.’ Oorzaak: zijn vriendin had, om eens echt in het geld te zwemmen, een erfenis van duizenden euro’s opgenomen in biljetten van tien. En Wolfgang had, voortdurend likkend aan zijn vinger, de vers gedrukte rode eurobriefjes geteld. Sindsdien wilde het in bed met zijn vriendin Carola Seiffert niet meer lukken.
Een dag later is Fritz, via de Engelse Daily Mail en The Sun (‘Euros left me flop in sack’) wereldnieuws. De Britse kranten weten wel raad met het bericht dat de euro een ‘passion killer‘ is, die niet alleen een ramp is voor de economie, maar ook voor de mannelijkheid.
Gelukkig loopt het verhaal voor Fritz goed af: na een week meldt B.Z. in een bericht dat stijf staat van de woordspelingen dat hij dankzij een vacuümpompje weer als vanouds zijn mannetje staat: ‘Donnerwetter, das klappt ja prima.’ We zien hem aan het einde van het interview zelfs met zijn vriendin in de slaapkamer verdwijnen. ‘Ende gut, alles gut!’
‘Euromythen’
Het verhaal over de impotente Berlijner was niet alleen koren op de molen van Engelse eurosceptici, het is ook door voorstanders van de EU nog jaren gebruikt om aan te tonen hoe dom hun tegenstanders zijn. Een van de belangrijkste spelers in dit retorische steekspel is de communicatieafdeling van de Europese Commissie, die een lange lijst bijhoudt van zulke ‘euromythen’. Spreekwoordelijk zijn het verbod op kromme bananen en komkommers en richtlijnen voor de maat van condooms.
Biljetten van tien euro zijn overigens vandaag nog ongevaarlijker dan ze in 2002 al waren. Volgens de Europese Centrale Bank zou iemand zijn leven lang duizenden biljetten per dag moeten opeten om een gevaarlijke hoeveelheid TBT binnen te krijgen. Toch besloot de bank dat jaar om iedereen gerust te stellen door de stof niet langer te gebnruiken bij de productie van bankbiljetten. .