« De jeneverdief, of: waarom journalistiek en folklore geen gescheiden werelden zijn
Varken in bed »

Een warme tong likte zijn hand – maar het was niet de tong van zijn hond

Folkloristen kennen het verhaal over de moordlustige maniak onder het bed als ‘The Licked Hand‘. Er zijn veel varianten op deze urban legend, maar het verhaal heeft ook een veel oudere en minder bloedige voorganger.

Je wordt wakker van een geluid onder het bed: een indringer? Of de hond? Klaarwakker laat je je hand over de rand van het bed zakken – en krijgt een geruststellende lik van de hond. Opgelucht val je weer in slaap. Maar de volgende ochtend… Grote kans dat je dit verhaal al kent en de afloop kunt raden: op de badkamerspiegel staat met bloed geschreven ‘Ook mensen kunnen likken’. Er lag een seriemoordenaar onder het bed, die de hond de hals af heeft gesneden, of – in andere versies – een huisgenoot heeft afgeslacht.

Onderzoekers van volksverhalen kennen het verhaal over de moordlustige maniak onder het bed als ‘The Licked Hand‘. Het komt sinds de jaren tachtig voor in verzamelingen broodjeaapverhalen, werd gebruikt in de slasherfilms Urban Legends: Final Cut (2000) en Urban Legends: Bloody Mary (2005) en doet het goed rond het kampvuur en op slaapfeestjes, en als creepypasta (van creepy + copypasta: online gedeelde horrorververhalen).

Doordat urban legends pas sinds de jaren tachtig intensief worden bestudeerd, zijn oudere versies van dit soort klassiekers grotendeels aan de aandacht ontsnapt. Maar uit gericht zoekwerk en gelukkige vondsten in gedigitaliseerde kranten van de afgelopen eeuwen blijkt dat veel van deze verhalen honderd, of zelfs honderden jaren ouder zijn. Een variant op het verhaal over de man onder het bed verscheen al op 15 september 1864 in de Dragtster Courant:

In den Times leest men het volgende curieuse geval: Eene dame en een gentleman werden dezer dagen in hun slaap gestoord door een zeer onaangenaam geritsel, dat zij onder hun ledikant meenden te bespeuren. De dame schrikte hevig, maar haar gemaal, half slapende, voerde haar geruststellend te gemoet: ‘Bedaar maar! Het is een van onze hondjes!’ Hij stak dadelijk zijn hand buiten het bed en riep: Azor ! Azor! en dadelijk werd zijne hand gelekt. De twee echtgenooten sliepen toen weer rustig in; maar, toen zij den volgenden morgen opstonden, bemerkten zij, dat al hun zilver en goud verdwenen was en dat de hond, die ‘s mans hand gelekt had, een slim tweebeenig dier was geweest, dat zich onder het bed had schuil gehouden.

In dezelfde maand verscheen het bericht ook in de Heldersche en Nieuwedieper Courant, de Rosendaalsche Courant en het Dagblad van Zuidholland en ‘s Gravenhage. Twaalf jaar later, in 1877, was het verhaal terug en had de hond een andere naam: Caro.

De onechte Caro.

Zij: ‘Man! Ik hoor iets verdachts, kijk eens even onder ‘t bed; ik vrees dat er een dief onder verborgen ligt.’

Hij: ‘Een dief? Neen, het zal Caro zijn.’ Hij steekt de hand onder ‘t bed en de werkelijk daaronder verborgen dief lekt hem de hand als ware hij de hond Caro. De beide echtelieden slapen gerustgesteld in, doch merken den volgenden morgen met ontzetting, dat ‘t huis geheel leeggeplunderd is. (Provinciale Noordbrabantsche en ‘s Hertogenbossche Courant, 7 april 1877)

Kort verhaal

In 1907 duikt het motief van de likkende inbreker nog op in een draak van een kort verhaal in De Maasbode, onder de titel ‘De loerende oogen’. Hierin ontdekt de vertelster in haar slaapkamer twee ogen die haar door gaatjes in het gordijn bespieden. Ze herkent de indringer aan zijn geur: ‘De lucht was de lucht van een Chinees!’ Ze durft geen alarm te slaan uit angst dat de inbreker dan haar en haar man zal vermoorden, maar verlaat met een smoes de kamer en waarschuwt via de telefoon de politie.

Haar man is er intussen van overtuigd dat hun terriër Tommie zich in de kamer bevindt: de hond heeft zijn hand gelikt. De vrouw weet wel beter: ‘Het was de Chinees, die voor hond had gespeeld met mijn niets vermoedenden man. De sluwheid — de vermetelheid van den schurk brachten mij bijna in bewondering […]’ Gelukkig arriveert de politie net op tijd en kan de vertelster met een gerust hart flauwvallen: ‘Maar alles werd donker om mij heen en bezwijmd viel ik in de armen van mijn man.’

Moppen

Het verhaal was ook in het buitenland bekend. In 1905 plaatste een Australische krant een brief van een meisje van 12 waarin de hond Carlo heet. Een nieuwe twist krijgt het verhaal in moppen waarin de man onder het bed geen inbreker is maar een minnaar. In hun roman De Twaalf Stoelen (1928) vertelt het Russische schrijversduo Ilf en Petrov:

Een jood komt thuis en kruipt naast zijn vrouw in bed. Plotseling hoort hij dat iemand zich krabt. Hij voelt met zijn hand onder het bed en vraagt: ‘Ben jij het, Jack?’ Jack likt zijn hand en antwoordt: ‘Ja, ik ben het.’

Bronnen
Het citaat uit de Russische roman De Twaalf Stoelen (1928) van Ilja Ilf en Jevgeni Petrov komt uit de vertaling door Frans Stapert (Amsterdam: M. Bondi & Pegasus, 1993, p. 30). Varianten van 'The Licked Hand' zijn te vinden in tal van verzamelingen van urban legends, waaronder de volgende.

  • Arinck, P. (2000). Broodje @@p. Utrecht: Bruna, p. 83.
  • Bennett, G. & Smith, P. (2007). Urban Legends. A Collection of International Tall Tales. Westport (CT) & Londen: Greenwood Press, pp. 59-62, 70-72.
  • Brunvand, J.H. (1999). Too Good to be True. The Colossal Book of Urban Legends. New York & Londen: W.W. Norton, p. 58.
  • Mikkelson, D. (2000). Aren’t You Glad You Didn’t Turn on the Light? A college student makes a horrifying discovery. Snopes, 8 dec.
  • Top, S. (2008). Op verhaal komen. Moderne sagen en geruchten uit Vlaanderen. Leuven: Davidsfonds, p. 83-84.
  • sluiten

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *