Het dier dat vorige week dood werd gevonden langs een weg in de Noordoostpolder, is ‘voor 98 procent zeker’ een wolf, maakten onderzoekers van Naturalis vanmiddag bekend. Daarmee wordt een potentiële komkommerhype in de kiem gesmoord: vreemde beesten gedijen in sterke verhalen en in de media juist op onzekerheid. Ze liggen niet dood langs de weg in Luttelgeest.
Wolven zijn wel vaker gespot in Nederland. In 2011 zou er een hebben rondgelopen op de meubelboulevard in Duiven bij Arnhem. Maar de wolf die ons tot nu toe het langst bezig hield, maakte van oktober 2000 tot januari 2001 de Zeeuws-Vlaamse grensstreek onveilig. Uit de Provinciale Zeeuwse Courant van 22 november 2000:
Wolf vermoedelijk slachter schapen Zeeuws-Vlaanderen
door Sheila van DoorsselaerHEIKANT – Het is goed mogelijk dat een ontsnapte wolf verantwoordelijk is voor de dood van zo’n vijftien schapen in Oost Zeeuws-Vlaanderen de afgelopen maand.
Een ooggetuige heeft in de polder tussen Kloosterzande en Vogelwaarde daadwerkelijk een wolf gezien en de Stichting Wolvenopvang Nederland omschrijft de manier waarop de schapen zijn gedood en leeggegeten als ‘typisch wolvengedrag’. Volgens de stichting komen er uit Zeeuws-Vlaanderen geregeld meldingen van wolven die als huisdier worden gehouden.Verschil
Nog voor de slachting onder de schapen heeft de ooggetuige de politie gebeld, omdat hij een wolf had gezien. ‘Ik reed op een avond door de polder tussen Kloosterzande en Vogelwaarde en opeens zag ik voor mijn bumper een wolf over de weg lopen. Ik weet voor 99,9 procent zeker dat het een wolf was. Ik was jarenlang politiehondenbegeleider van beroep en weet dus echt het verschil wel. Dit was niet zomaar een husky of een Duitse of Mechelse herder. Dit dier stond veel hoger op de poten, typisch voor een wolf.’ Volgens de ooggetuige is de politie nog ter plaatse geweest, maar konden de agenten niets meer vinden.
Dat er in de Vlaams-Nederlandse grensstreek echt een wolf rondsloop, is nooit bewezen, hoewel 83 mensen hem zagen lopen. Wel is zeker dat tussen begin oktober en eind december 2000 62 schapen – 47 aan de Nederlandse en 15 aan de Vlaamse kant van de grens – de dood vonden in de kaken van een of meer roofdieren. De politie in Zeeuws-Vlaanderen dacht aanvankelijk aan twee honden, een bouvier en een herder, maar vanaf het begin gingen er ook geruchten over een wolf.
Er gingen wel meer geruchten. Sommige schapenboeren vermoedden kwade opzet: er liep een maniak rond die zijn hond op de schapen afstuurde. Hadden boeren niet een auto met een hondenwagentje rechtsomkeert zien maken toen de bestuurder een groep mensen in het oog kreeg? Nee, wist een politiehondentrainer uit Zeeuws-Vlaanderen: ‘Het moet een grote hond zijn geweest die door mensen vanaf het prille begin is verwaarloosd. Geschopt, geslagen en vervolgens gedumpt. Dat een beest zich dan zó gaat gedragen is niet de schuld van de hond, maar van de baas. Dat is zo’n klootzak dat hij zijn hond compleet verpest. Ja, mag ik even, ik neem het op voor de hond, ik ben een hondenadvocaat.’ (PZC, 1 dec. 2000) Weer anderen gisten dat drugskoeriers in de grensstreek met een wolf de politiehonden op een dwaalspoor brachten.
Hoe vang je een wolf?
Op 4 december leek een Vlaamse vogelliefhebster het raadsel op te lossen: zij maakte videobeelden van een grote hondachtige die bij het dorp Walsoorden over een omgeploegde akker liep. Typisch een wolf, volgens Theo van Hilst van de Stichting Wolvenopvang Nederland. Dat zou sensationeel zijn: wolven verhuisden in het begin van de negentiende eeuw van de Nederlandse bossen definitief naar sprookjesland; een laatste, eenzame wilde wolf werd in 1897 gezien bij het Brabantse Heeze. En nu zou er, honderd jaar later, weer een rondwaren?
Van Hilst was er zeker van, maar andere deskundigen twijfelden. Jan Rodts, de leider van het Belgische team dat het dier moest vangen, hield de mogelijkheid open van een kruising tussen wolf en hond. Dat hij telkens opnieuw schapen aanviel, zou wijzen op een bastaard: een volbloed wolf zou voor drie dagen genoeg hebben aan één kadaver.
Hoe vang je een wolf? Vele middelen werden beproefd. Leden van het wolventeam postten bij dode schapen. Er werden helikopters ingezet. De Nederlandse wolvendeskundige Jos de Bruin kwam een weekend langs met een loopse wolvin, maar de wolf liet zich niet zien. Was het trouwens wel een mannetje? De jagers probeerden het dier te lokken met uitwerpselen en urine van zijn soortgenoten, maar deze wolf trok daar zijn neus voor op. Het plan om een bandopname van wolvengehuil in stelling te brengen ging uiteindelijk niet door omdat het gejank niet uitkwam boven het verkeerslawaai op de plek waar de wolf was gezien.
Broodje wolf
De wolf werd een hype. Een Antwerpse snackbarhouder zette een snack met schapenvlees op het menu onder de naam ‘broodje wolf’. En een bierbrouwer uit Belsele lanceerde Waase Wolf, een ambachtelijk gebrouwen bier met 6,5 procent alcohol (‘Niet voor schaapjes’).
Rond de kerstdagen zakte de hype in. Op 22 december beet de wolf nog twee schapen dood bij schapenboer C. De Vliegher te Absdale, maar daarna liet hij zich een paar dagen niet meer zien. Een persfotograaf die een website over de wolf onderhield, ontving een anonieme e-mail die de verdwijning verklaarde: de wolf was gedood door jagers, die het ondier op een geheime plaats hadden begraven.
Maar de Waaslandwolf liet zich niet dood verklaren. Een dag later zagen Vlaamse agenten hem lopen bij Lokeren. Nu sloeg de twijfel pas goed toe: de wolf dook op in plaatsen die hij alleen had kunnen bereiken door de Schelde of het Kanaal van Gent naar Terneuzen over te steken.
Het nieuwe jaar brak aan, de wolf was zijn trek in schapen klaarblijkelijk volledig kwijt – maar steeds meer Belgen zagen hem lopen. Een steward, net aangekomen op vliegveld Zaventem bij Brussel, reed naar Gent maar raakte op de E40 bij Afflighem van de weg toen de wolf zijn pad kruiste. Op 3 januari zag een politieagent uit Wemmel ‘een snel en zweverig rennend beige-grijs dier met dikke pluimstaart en brede kop, van zo’n 80 cm hoog’. Een vrachtwagenchauffeur zag een verwaarloosd ogende wolf rondlopen in de Puitvoetstraat in Sint-Niklaas. Het bleek een husky. Een mevrouw uit Meise belde de politie omdat de wolf dood in een gracht naast haar huis lag. Het bleek een langwerpig blok beton. Bij het Wolventeam sloeg het cynisme toe: toen een streekgenoot meldde dat de wolf met een half schaap in zijn bek door Kruibeke kuierde, bleven de wolvenjagers gewoon thuis.
Mediaoffensief
Onder de kop ‘Maandenlange jacht op een schim’ blikte de leider van het Wolventeam, Jan Rodts, terug op de vruchteloze jacht (PZC, 12 januari 2001). Hij verbaasde zich erover dat de bewoners van de streek na een paar weken overal wolven zagen en leek niet te beseffen hoe hij dat zelf had aangemoedigd met zijn mediaoffensief: ‘De constante voeding met informatie moest inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en het Waasland ook alert houden. Zo gauw iemand de wolf meende te hebben gezien, moest er tenslotte direct een melding bij de politie binnenlopen.’
Een week later nam Rodts afscheid van de media met een persconferentie waarbij Waase Wolf werd geschonken. De feiten op een rijtje: ‘De pootafdrukken die werden gevonden, wezen enkele keren op een wolf of wolfachtige, maar bleken even vaak van honden of andere, kleinere dieren afkomstig. Drie husky’s en vele Mechelse en Duitse herders zijn onterecht voor schapendoder aangezien. Van de tientallen waarnemingen die bij wolventeam en politie zijn gemeld, spraken de meest nauwkeurige van een groot grijs-wit wolfachtig dier, hoewel ook een keer een kastanjebruine wolf werd waargenomen.’ Kortom: ‘Het enige dat zeker is, is dat het een mysterie blijft.’ (PZC, 20 jan. 2001)
De geruchten over de Wolf van het Waasland werden gevoed door de voortdurende aanvallen op schaapskudden in Zeeland en Vlaanderen. Ze begonnen in november 2000 en moesten met ander nieuws concurreren om krantenkolommen en televisiezendtijd. Vijf jaar later bleek dat een slachting onder het vee helemaal niet nodig is om Nederlanders een groot roofdier te laten zien. Maar die mediabrede hype begon dan ook in een ander seizoen, als de nieuwsdrempel lager ligt: de komkommertijd, sindsdien ook bekend als poempoematijd.
Update 26 oktober 2013: Het nieuws over de wolf die in de zomer van 2013 dood werd aangetroffen in de Noordoostpolder kreeg deze week een onverwacht staartje, toen experts van Naturalis bekend maakten dat het dier resten van kogels in zijn lijf had en niet op eigen kracht uit Oost-Europa was komen lopen. Dat laatste bleek uit dna-onderzoek van de bever in haar maag: die was van Oosteuropese origine en als maaltijd niet genoeg om de afstand tot Nederland op te overbruggen.
Deze ontdekkingen maken het waarschijnlijk dat Nettie van den Belt van Faunabeheer Flevoland toch gelijk had, toen ze in augustus tegen Nu.nl opperde dat de dode wolf voor de grap was neergelegd door Oost-Europeanen:
In de buurt van Luttelgeest, waar het dier is gevonden, wonen veel Oost-Europeanen die in de kassen werken. Die zouden een paar jaar geleden een soortgelijke grap hebben uitgehaald met een dode zeehond.
“Waarschijnlijk hebben ze in Duitsland een wolf aangereden en in de auto gegooid.” Ze heeft nooit hard gekregen dat de zeehond toentertijd een grap was. “Maar zo’n beest op het vaste land is onmogelijk. En nu hebben we weer hetzelfde vermoeden.”