Wat was het geheim van de Russische vrouw die in 1848 in Parijse salons schitterde en een gouden ketting met een sleutel droeg? Na haar dood in 1870 haalde zij ook in Nederland de krant. Zij woonde op een landgoed bij Versailles, waar haar bejaarde echtgenoot haar twee weken per jaar bezocht. Na zijn overlijden kwijnde ze weg. ‘Men vermoedt dat zij vrijwillig de hongerdood stierf.’ En die sleutel? ‘Waar of onwaar, zie hier wat men in ’48 te Parijs mompelde, toen ik haar aldaar op een soirée bij prins D. ontmoette, in den vollen glans der schoonheid, hoogstens drie of vier en twintig jaren oud.’
Het verhaal wilde dat zij, toen beiden nog in Rusland woonden, door haar man werd betrapt toen ze haar minnaar in een kast probeerde te verbergen. Haar man deed de kast op slot, haalde de sleutel eruit en dwong zijn vrouw in een rijtuig te stappen. Vlak voor vertrek stak hij het huis in brand. Hij dwong haar de sleutel aan een gouden ketting om haar hals te dragen en dreigde haar en haar familie te schande te maken als zij zelfmoord zou plegen voor hij zelf overleed. Zijn dood verloste haar uit haar lijden.
Veelschrijver
Zo stond dit verhaal over Russische wreedheid en Parijse beau monde in maart 1870 in Het Algemeen Dagblad van Nederland en andere kranten. In sommige wordt het verteld in de ik-vorm, in andere versies is die ik verdwenen en heeft het de vorm van een journalistiek nieuwsbericht: ‘Een der bladen van Versailles kondigt het overlijden aan van eene Russische dame, die in de jaren 1848—49 zeer veel opgang in de Parijsche groote wereld heeft gemaakt, en onder den bijnaam van “La dame a la clef” bekend was.’ (Java-Bode, 4 mei 1870)
Het bericht verscheen ook in Engelse, Amerikaanse (‘The Lady of the Key. How a Russian Husband Disposed of an Intruder‘) en Australische (‘Strange, if true‘) kranten. De bron, ontdekten de Italiaanse folkloristen Sofia Lincos en Giuseppe Stilo, was een bericht in de Parijse krant La Patrie van 7 maart 1870. Het verscheen in de rubriek Chronique’ en was van de hand van Paul Gravier, een pseudoniem van de hyperproductieve veelschrijver Achille de Lauzières (1818-1894).
Droste-effect
Enkele decennia later maakte het verhaal over de geheimzinnige dame met de sleutel een nieuwe ronde door de wereldpers. Ditmaal niet als een pseudo-nieuwsbericht, maar als een literair verhaal dat bewust speelt met de grens tussen journalistiek feit en literaire fictie. Het verscheen in het Amerikaanse tijdschrift The Harvard Advocate van 2 mei 1890. Auteur en verteller was de journalist Walter Littlefield (1867-1948), die in die periode docent Frans en Oude Geschiedenis was op een college bij Boston.
Het verhaal speelt zich af in de journalistensociëteit van Boston, waar drie journalisten en schrijvers elkaar vermaken met sterke verhalen. Ook de andere twee waren bestaande figuren. Eén van hen, Charles Lebon, overtroeft de anderen door een gouden sleutel uit zijn zak te halen met de inscriptie ‘1er Juin, 1848. Memento mori.’ Vervolgens vertelt hij het verhaal van de vrouw met de sleutel. Hoe Lebon aan de sleutel komt, wil hij niet onthullen.
Een paar weken later is Littlefield op bezoek bij zijn vriend Lebon, die hij tot zijn stomme verbazing de geheimzinnige sleutel ziet gebruiken om een kistje te openen. Lebon lacht Littlefield uit om zijn goedgelovigheid en zegt dat hij met de gedachte speelt om het verhaal uit te werken en te publiceren. Waarop Littlefield wraak neemt door het zelf te publiceren,. Het is aan de lezer om uit te maken of Littlefield echt een verhaal van zijn vriend Lebon heeft gestolen, of dat Littlefield ook de practical joke van Lebon heeft verzonnen.
Het korte verhaal van Littlefield maakte in 1901 nog een ererondje door Amerikaanse kranten. Daarna viel het doek voor de vrouw met de sleutel.