« Colombia: honderden ziek door HPV-prik? ‘Onze dochters zijn niet gek.’
De bijbel hield de kogels tegen: een verhaal vol gaten »

Dode slang maakt slachtoffers

Een Chinese kok werd gebeten door een cobra die al dood was – in stukken gehakt zelfs. Ook de kok overleefde het niet. Een onthoofde gifslang kan zelfs na een uur nog toebijten. Kan het nog sterker? Lees het verhaal over een slang die jaren na zijn dood nog slachtoffers maakte. ‘Lang, ja misschien eindeloos, behoudt het venijn der Ratelslang deszelfs doodelijke eigenschap.’

De Chinese kok Peng Fan had eind augustus een cobra in mootjes gehakt om een pan slangensoep te bereiden. Toen hij de kop van het dier in de afvalbak wilde gooien, beten de tanden in een reflex in zijn hand. De ambulance kwam te laat. Slangen zijn minder afhankelijk van bloedcirculatie dan mensen, legt een Amerikaanse slangendeskundige uit: de reflexen in de kop kunnen ook een uur nadat die is afgehakt nog hun dodelijke werk doen.

En dat gebeurt vaker dan je zou denken: eind jaren negentig zagen de Amerikaanse medici Suchard en LoVecchio in hun ziekenhuis in een jaar vijf patiënten die gebeten waren door ogenschijnlijk dode ratelslangen. Ook met een paar kogels in hun kop of na onthoofding bleven ze gevaarlijk. In 2007 hakte de 53-jarige Danny Anderson met een schep de kop van een ratelslang. Toen hij hem oppakte, sloeg het dier toe: ‘Het leek wel of die kop een achterwaartse salto maakte.’

Hoe zoiets eruit ziet, toont dit filmpje van een onthoofde copperhead die zichzelf bijt.

De ongelukslaarzen

Kunnen slangen ook jaren na hun dood nog gevaar opleveren? Volgens de Amerikaanse natuurkenner en schilder Audubon wel. Zijn verhaal uit 1827 bleef nog rondspoken tot in de twintigste eeuw. De Nieuwe Surinaamsche Courant bracht het op 2 mei 1838 onder de kop: ‘Treffend voorbeeld der verbazingwekkende kracht van het venijn der Ratelslange’.

Een boer uit Pennsylvania dacht dat hij zich aan een doorn had geschramd. In werkelijkheid had een ratelslang hem door zijn laars heen gebeten. ‘In zijne woning terugkeerende, maakten geweldige maagpijnen en stuipachtige brakingen binnen weinige uren een jammerlijk einde aan zijn leven.’

Een jaar later trok zijn oudste zoon om naar de kerk te gaan de laarzen van zijn overleden vader aan. Toen hij ze ‘s avonds uittrok, voelde ook hij een prik in zijn been. ‘Hij wreef die plaats herhaalde malen met zijne hand, terwijl hij er met zijne vrouw over praatte, als iets, waarvan hij de oorzaak niet konde gissen. Zich ter ruste begeven hebbende, deden geweldige pijnen hem, na verloop van eenige uren, ontwaaken; alle zijne ledematen werden koud, herhaalde bezwijmingen volgden elkander spoedig, en de dood overviel hem, eer men eenige hulp konde erlangen.’ Niemand begreep waaraan hij was gestorven.

Toen zijn weduwe zijn kleren wilde verkopen, stond een van zijn broers erop de laarzen over te nemen. Toen hij ze twee jaar later paste, voelde ook hij de prik in zijn been. De man was niet meer te redden, maar de verdenking viel op de laarzen. Een dokter ondervroeg vrienden en familie van de slachtoffers, onderzocht de laarzen en ontdekte een afgebroken giftand. Hij nam de proef op de som door er een hond mee in zijn snuit te prikken. Het dier viel direct dood neer.

Amerikaans broodje aap

Audubon, die vooral beroemd is om zijn geïllustreerde Birds of America (1827), checkte sterke verhalen liever niet dood. Het verhaal over de ongelukslaarzen is oud: een Engelse bioloog noemde het in 1835 al terecht een hardnekkig Amerikaans broodje aap – ‘an arrant yankee-doodle hoax‘. De oudste vindplaats is een lezing die ene Captain Walduck in 1714 hield voor de wetenschappers van de Londense Royal Society; de slachtoffers waren in die versie drie opeenvolgende echtgenoten van een weduwe uit Virginia.

In de VS leeft het verhaal nog steeds, al gaat het nu niet meer over een boer die door zijn laars heen wordt gebeten, maar over een man die met zijn auto een ratelslang doodrijdt. Met zijn laatste krachten bijt de slang een band lek. De automonteur die de band verwisselt, prikt zich aan de tand die daar nog uitsteekt en vindt de dood.

Volgens de Amerikaanse ratelslangenspecialist Klauber is dat onmogelijk: een afgebroken tand bevat niet genoeg gif om een mens te doden.

 

Bronnen
  • Audubon, J.J. (1838). Treffend voorbeeld der verbazingwekkende kracht van het venijn der Ratelslange. Uit eene Memorie, ingezonden hij de Koninklijke Sociëteit van Edinburg, door den Heer Audubon , een Amerikaansch Natuurkundige. Nieuwe Surinaamsche Courant, 2 mei.
  • Burger, P. (1992). De wraak van de kangoeroe. Sagen uit het moderne leven. Amsterdam: Bert Bakker, pp. 147-148.
  • Edginton, B.W. (1996). Charles Waterton: A biography. Cambridge: Lutterworth Press, pp. 110-111.
  • Heitman, D. (2011). Audubon the Writer. HUMANITIES 32, Number 6.
  • Hinton, S. (1956), Further Notes on Snake Yarns. Western Folklore 15, pp. 168-171.
  • Klauber, L.M. (1997). Rattlesnakes: Their Habits, Life Histories, and Influence on Mankind. 2nd ed. Berkeley: University of California Press, pp. 1281-1283.
  • Mikkelson, B. (2007). The fatal reboot. Snopes.com.
  • Waterton, C. (1835). Brief aan de Edinburgse hoogleraar biologie Jameson, in The Museum of Foreign literature and Science 26, pp. 529-532.
  • sluiten

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *