Als je mensen vraagt om een paar emoties op te sommen, zullen ze niet snel walging noemen. Maar walging is een emotie, en een nuttige bovendien. Wie walgt, deinst terug, trekt neus en bovenlip op, opent zijn mond, moet misschien kokhalzen. Je ziet meteen het evolutionaire nut van die instinctieve reactie: die gevaarlijk bedorven hap valt als vanzelf je mond uit, je raakt dat ziekmakende kadaver niet aan. Walging waarschuwt. Net als veel broodjeaapverhalen. Uit onderzoek blijkt: hoe walgelijker, hoe groter de kans dat ze worden doorverteld. Zoals het volgende verhaal over calamari.
Alles behalve de knor
Het Amerikaanse radioprogramma This American Life (transcript) kreeg twee weken geleden een tip over calamari. Een luisteraar mailde dat ze van een varkensboer dit verhaal had gehoord:
Een tijdje geleden bezocht hij een varkensvleesfabriek in Oklahoma. Hij loopt daar doorheen met een vriend, sterker nog, met de vent die de manager is van die fabriek. En op een gegeven moment zag hij een stapel dozen met labels ‘kunstmatige calamari’. Hij bleef even verbaasd stilstaan. En toen vroeg hij zijn vriend: ‘Wat is kunstmatige calamari?’ ‘Veteind’, antwoordde zijn vriend. Dat is varkensrectum. Rectum dat in ringetjes wordt gesneden, gefrituurd, en voilà.
Ja, bah – tenzij je toch al vond dat calamari naar gefrituurde fietsbinnenband smaken. Maar is het ook waar? Varkens worden, zoals bekend, van stopcontactneus tot staartkrul restloos verwerkt. Alles gaat op, zoals de slagzin luidt, ‘behalve de knor’ (‘everything but the oink’). Ook het rectum dus, door slagers ‘veteind‘ genoemd, dat bijvoorbeeld als vel om Berliner en Hausmacher leverworst heenzit.
Proef op de som
Maar worden ringetjes veteind ook geserveerd als calamari? Net als het Nederlandse programma Keuringsdienst van Waarde belt This American Life stad en land af op zoek naar de waarheid. De manager bestaat, hij komt aan de lijn. Nee, die dozen met opschrift: ‘kunstmatige calamari’, zijn in zijn fabriek niet te vinden. Maar het verhaal klopt, hij heeft het van collega’s. Veel vruchteloze telefoontjes later neemt de verslaggever zelf de proef op de som: hij koopt in Chinatown een portie veteind, en laat die door een kok klaarmaken en opdienen naast echte calamari. Een redacteur van This American Life, een verklaard liefhebber van calamari, proeft het verschil niet.
Bottom line: het verhaal zou waar kunnen zijn, maar hard bewijs ontbreekt. Het is voorlopig niet meer dan een broodje aap – maar wel een met toekomst. Want hoe walgelijker een broodje aap, hoe groter de kans dat het wordt doorverteld.
De walgelijkste verhalen winnen
Welke broodjeaapverhalen worden het gretigst doorverteld? Je zou zeggen: de verhalen waarin de meeste mensen geloven en die het meeste praktisch nut lijken te hebben, zoals een waarschuwing tegen een ontsnapte seriemoordenaar. Chuck Heath en andere onderzoekers van Stanford ontdekten in 2001 echter dat emotionele impact minstens zo belangrijk is. Sterker nog: als twee verhalen even plausibel zijn, zal het verhaal dat de heftigste gevoelens losmaakt het snelst worden doorverteld. Het gevoel waar de onderzoekers op inzoomden, was walging.
Om te beginnen lieten ze studenten een reeks broodjeaapverhalen beoordelen op informatiewaarde, amusementsgehalte en emotionele impact. Ook moesten ze noteren hoe waarschijnlijk het was dat ze het verhaal zouden doorvertellen. Informatiewaarde bleek, natuurlijk, belangrijk: hoe plausibeler het verhaal, hoe eerder het zou worden doorverteld. Praktisch nut bleek er weinig toe te doen. Walgelijkheid des te meer.
Het populairste verhaal was dat er mensen zijn die aan padden likken om high te worden. Ook het verhaal dat Ozzy Osbourne ooit tijdens een live concert de kop van een levende vleermuis had afgebeten scoorde hoog op walgelijkheid én op doorvertelbaarheid. De praktische waarde van beide verhalen is vrijwel nihil.
Smerig, smeriger, smerigst
In de tweede ronde van het onderzoek herhaalden Heath en zijn collega’s het experiment, maar nu met gemanipuleerde verhalen. Van een aantal bestaande urban legends die van zichzelf al walgelijk waren, maakten ze versies in drie graden van oplopende smerigheid. Het verhaal over de vrouw die een dode rat in haar cola vond, bijvoorbeeld, werd gepresenteerd in de volgende varianten: a. iemand trekt een blikje cola open dat vreemd ruikt en ziet daar een rat in drijven; b. iemand neemt een slok cola die eigenaardig smaakt en vindt dan de rat; en c. iemand proeft een raar stukje in de cola en – enfin.
De varianten die de proefpersonen het weerzinwekkendst vonden, wekten ook het sterkste verlangen tot doorvertellen, zelfs als ze lager scoorden op waarschijnlijkheid.
Daarom denk ik dat het verhaal over calamari van varkensrectum, hoewel het waarschijnlijk niet waar is, uitstekende toekomstperspectieven heeft: veel viezer heb ik ze de afgelopen jaren niet gehoord. Als u dat ook vindt, kunt u de theorie bevestigen door hieronder op de Facebook-, Twitter- of LinkedInbutton te klikken en dit blogbericht door te geven aan uw vrienden.
Update: het verhaal bereikt de Nederlandse en Europese politiek
Op 17 oktober 2013 haalde CDA-europarlementariër Esther de Lange het nieuws door inktvisringen van varkensanus te promoten als een serieus geval van voedselfraude. Zie mijn blog ‘Waarom politici en nieuwsmedia larie verkopen over calamari’.
Het broodje Aap verhaal dat bij mij de meeste walging opriep, was het onderstaande verhaal. Ik heb het even opgezocht en gevonden op het forum van http://www.scientias.nl Je kent ‘m vast wel.
Groet,
Arine
‘In roeselare hadden wij enkele jaren geleden ook dergelijk madenverhaal dat ook de kranten haalde!!!! De vrouw van een begrafenisondernemer baarde een klomp maden in haar buik. Ze dacht dat ze zwanger was maar het was een massa maden. Haar man was een begrafenisondernemer die ‘het deed met lijken en zo zijn vrouw ‘infecteerde’. bij het sexen.
De pers bracht het uitgebreid uit. Tot uiteindelijk bleek dat het een ‘broodjeAapverhaal was dat hier of daar het leven was ingeblazen.’
Ja, dat is wel een van de ergste van de afgelopen vijftien jaar. In hetzelfde genre mag ook die over een beroemde filmster en een woestijnmuis er zijn.